1 april 2021
Actualisatie omgevingsverordening
De omgevingswet en de daaruit voortvloeiende omgevingsverordening is van grote betekenis voor gemeenten en inwoners. Op 31 maart stelden Provinciale Staten actualisatieplan nummer 7 vast. En er zullen de komende tijd meer actualisaties volgen. Statenlid Evert Mulder vroeg nadrukkelijk aandacht voor de keramische industrie en de bedrijfsvoering van agrariërs in verband met wijzigingen ten aanzien van ganzenrustgebieden en weidevogelgebieden.
Lees hier zijn volledige bijdrage:
Het is goed dat we een Omgevingsverordening hebben in Gelderland, waarin we in grote lijnen aangeven waar bepaalde ontwikkelingen wel en niet mogelijk zijn, en waarmee we handen en voeten geven aan de ambities die we in onze Omgevingsvisie hebben vastgelegd. Aan de andere kant moeten we, zeker als provinciale overheid, niet alles in regels willen vatten, maar ook ruimte laten voor verantwoorde ontwikkelingen die maatschappelijk van belang zijn. Verder moeten we ook ruimte laten aan gemeenten om op hun manier invulling te geven aan de ruimte in hun gemeente, zeker met het oog op de komst van de Omgevingswet.
In die zin kunnen we ook instemmen met de flexibiliteit die nu is ingebouwd in het nieuwe beoordelingskader in hoofdstuk 1, met een afweegkader en afwijkruimte voor GS. De door mevrouw Schouten aangehaalde casus in Valburg (verplaatsing boerenbedrijf naar weidevogelgebied, met uitruil van een groter gebied voor de weidevogels) is ook wat ons betreft een goed voorbeeld van een situatie waarbij GS van dit nieuwe afweegkader gebruik zou kunnen maken.
Wel is het goed om als PS de mogelijkheid te houden om iets te vinden van de door GS gemaakte afwegingen. Vandaar steun voor het amendement van D66, om een wensen- en bedenkingenprocedure in te bouwen. Ook de voorgestelde aanpassing van het beschermingsregime van het GNN snappen we. Wat ons betreft is flexibilisering hier belangrijk, om bijvoorbeeld de opwekking van duurzame energie in het GNN niet op voorhand uit te sluiten. Ook wij zijn voorstander van versterking van de kwaliteit van de natuur in het GNN, in algemene zin. Maar we vinden het belangrijk dat er maatwerk mogelijk is bij individuele activiteiten of ontwikkelingen. We zullen de motie van GL steunen.
We maken ons wel zorgen over het feit dat de ganzenrustgebieden en de weidevogelgebieden uit de Groene Ontwikkelingszone zijn gehaald. Dat weidevogels extra bescherming nodig hebben, begrijpen we, maar we willen er ook voor waken dat de agrariërs in deze gebieden worden beperkt in hun bedrijfsvoering. We hebben begrepen dat het met name in de ganzenrustgebieden niet de intentie is om een strenger regime toe te passen, maar juist een lichter regime. En ook dat kleiwinning voor de keramisch industrie mogelijk blijft. Graag krijgen we dat nogmaals in het openbaar bevestigd door de gedeputeerde. Verder begrijpen we dat er nu steenfabrieken in ganzenrustgebieden komen te liggen. Mogen we er van uit gaan dat dit niet zal leiden tot beperkingen voor de bedrijven, en dat zij niet verplicht zullen worden om onderzoeken te laten uitvoeren m.b.t. de ganzen voor de uitvoering van hun regulieren activiteiten?
Tenslotte de geitenhouderijen. Vanwege Covid-19 loopt het onderzoek vertraging op, en wordt voorgesteld om het moratorium te verlengen tot 1 jan 2024. Wij zijn hier niet blij mee. N.a.v. antwoorden op gestelde vragen organiseren we een ronde tafel om beter zicht te krijgen op wat we nu wel weten. Want het kan niet zo zijn dat we het moratorium blijven verlengen omdat er onvoldoende mensen ziek worden om het onderzoek te kunnen uitvoeren. Wel is het mooi dat er duidelijkheid is gekomen over de opfok van de jonge geiten.
Evert Mulder
Statenlid SGP
PS: Gedeputeerde Kerris deed de toezegging om de casus Valburg opnieuw tegen het licht te houden, na vaststelling van het nieuwe afwegingskader.