5 december 2018

Antwoord op Statenvragen inzake Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Antwoord op Statenvragen PS PS2018734

De leden van Provinciale Staten

Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid E. van Steenbrugge (CDA) en B. Wijnne (SGP) over de uitspraak van het Europees Hof van Justitie inzake Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2017 doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van E. van Steenbrugge en B. Wijnne toekomen.

Inleiding van de vragensteller:

Het Europees Hof van Justitie heeft vandaag, 7 november 2018, uitspraak gedaan over het
Programma Aanpak Stikstof (PAS). Kort samengevat gaat de PAS onderuit, omdat er geen
maatregelen genomen mogen worden als de verwachte voordelen van die maatregelen niet vaststaan ten tijde van de beoordeling.

Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de landbouw, industrie, bouwprojecten, mobiliteit en infrastructuur. De precieze impact is op dit moment nog niet in te schatten. Uit uitlatingen van het ministerie blijkt dat de vergunningverlening naar alle waarschijnlijkheid per direct moet worden stopgezet.

Naar aanleiding hiervan heeft het CDA en SGP de volgende vragen:

Vraag 1:
Wat is de impact van de uitspraak van het Europees Hof van Justitie voor de Gelderse landbouw?

Antwoord:
De situatie voor de Gelderse landbouw is als gevolg van deze uitspraak niet veranderd. Het
Europese Hof accepteert een systeem als dat van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) bij het toestaan van projecten. Er blijven zware eisen gelden voor de onderbouwing van het PAS. Het is nu aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om te beoordelen of het PAS aan deze eisen voldoet. De Raad van State heeft aangekondigd op 14 februari 2019 een zitting te houden en daarna een definitieve uitspraak te doen over de toepassing van het PAS.

De bevoegde gezagen voor vergunningverlening op grond van het PAS hadden voorafgaand aan de uitspraak van het Hof afgesproken om de vergunningverlening aan te houden, tot de eventuele gevolgen van de uitspraak zorgvuldig in beeld waren gebracht. Op 15 november jl. hebben de betrokken overheden – gedeputeerde staten van provincies en de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Infrastructuur en Waterstaat – met elkaar vastgesteld dat de vergunningverlening kan worden voortgezet, binnen de kaders zoals die eerder door de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn vastgesteld, omdat de uitspraak zich hier niet tegen verzet.

In afwachting van het definitieve oordeel van de Raad van State blijven de PASpartners
terughoudend met het uitgeven van ontwikkelingsruimte. Zoals in juli van dit jaar al is aangegeven, wordt daarom de resterende 40% vrije ontwikkelingsruimte vooralsnog niet beschikbaar gesteld.
Dat betekent dat voorlopig alleen in die gebieden waar nog een deel van de reeds beschikbaar gestelde 60% vrije ontwikkelingsruimte over is, vergunningen kunnen worden verleend (zie ook PS2018779).

U bent eerder over de mogelijke consequenties van de uitspraak van het Europees Hof
geïnformeerd middels een Statenbrief (PS2018779). Bovenstaande informatie is aan deze brief ontleend.

Vraag 2:
En wat is de impact van deze uitspraak voor de mobiliteit? Heeft het consequenties voor Gelderse (snel) wegen zoals de A15, A1/A30 en knooppunt Hoevelaken?

Antwoord:
Zie 1, de situatie voor de mobiliteit is als gevolg van deze uitspraak niet veranderd.

Vraag 3:
Wat zijn de gevolgen van de uitspraak voor de recent genomen PASmaatregelen van de
inpassingsplannen Natura 2000gebied Binnenveld, Stelkampsveld, Korenburgerveen, Willinks Weust en Lingegebied & Diefdijk Zuid?

Antwoord:
De uitspraak van het Europees Hof heeft geen gevolgen voor de PASherstelmaatregelen. De uitspraak bevestigt het belang van de uitvoering van PAS herstelmaatregelen die onderdeel van het PAS zijn, zoals ook de maatregelen waarvoor de inpassingsplannen zijn opgesteld. De PAS partners gaan hier dan ook mee door.

Vraag 4:
Heeft de uitspraak consequenties voor lopende zaken voor de landbouw, mobiliteit en
bouwprojecten. Zo ja, welke? En komt hiermee de voortgang van diverse lopende trajecten/projecten in gevaar?

Antwoord:
Zie 1 en 2.

Gedeputeerde Staten van Gelderland
Jan Markink, plv. Commissaris van de Koning
Pieter Hilhorst, secretaris