20 mei 2014
Bijdrage SGP Omgevingsvisie mei 2014
Inleiding
De SGP heeft met waardering kennis genomen van deze Omgevingsvisie. Wij danken het college en de betrokken ambtenaren voor hun inzet. Er is hard gewerkt en veel werk verzet. Het resultaat is er naar: een toch wel lijvige Omgevingsvisie met Bijlagen. We moeten echter wel constateren dat de lijvigheid van de Omgevingsvisie met bijlagen omgekeerd evenredig is met de uitspraak van uw voorganger, dhr. Verdaas: de Omgevingsvisie mocht slechts een paar A4-tjes omvatten... Maar waar het ook aan ligt, het zal wel gekomen zijn door de enorme betrokkenheid en inbreng van de belanghebbenden.
Voorzitter, bij dit laatste willen we even stil staan. Er is veel betrokkenheid geweest. Burgers, instellingen, gemeenten etc. hebben in een proces van gezamenlijk belang hun bijdragen geleverd. Veel insprekers hebben van zich laten horen en veel zienswijzen zijn ingediend.
Het is nu zaak die betrokkenheid vast te blijven houden in de uitvoering. Waarbij we wel op moeten passen dat straks door de normering van de Omgevingsverordening die betrokkenheid niet verloren gaat.
Om het in Omgevingsvisiewoorden samen te vatten: blijf uitdagen, inspireren, uitnodigen en samenwerken. Daarmee zet de provincie zich positief op de kaart bij burgers en stakeholders. Om zodoende ook de provinciale relevantie – waar altijd wel iets om te doen is – een gezicht te geven.
Het is onmogelijk om nu op alle zienswijzen en insprekers in te gaan. Dat wil niet zeggen dat ze niet belangrijk zijn. We verwachten van GS dat de zienswijzen en de mogelijke doorlopende communicatie hieromtrent zorgvuldig gebeurd. Indien burgers en organisaties dan nog steeds geen goed gevoel hebben: blijf ons als PS informeren!
Algemeen
-Grote vraagstukken
Wij staan als provincie voor nieuwe uitdagingen en grote opgaven. De woningmarkt is in beweging en vraagt om een flexibele aanpak. Dit onder invloed van demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en krimp, zorgoplossingen etc. Winkelcentra zullen veranderen onder invloed van webshops. Mobiliteit en transportbewegingen vragen om lange termijn oplossingen. Emissienormen vanuit Brussel worden verder aangescherpt. Vervoer per spoor en water komen daardoor nadrukkelijker in beeld. Nadenken over bijvoorbeeld een railterminal Barneveld/Nijkerk is eerder dichterbij dan verder weg. De bypass bij de Rijnbrug bij Rhenen en een oplossing bij knooppunt Hoevelaken vragen onze dringende aandacht.
Ook de opgaven met betrekking tot de energietransitie zal de nodige aandacht en inspanningen vragen. Windmolens moeten bijvoorbeeld het Gelders landschap gaan ontsieren om aan de afgesproken doelstellingen te kunnen voldoen.
We staan kortom voor grote vraagstukken. We kunnen dat niet alleen. Als samenleving dienen we aan de slag te gaan om deze grote opgaven te realiseren.
De uitwerking van alle plannen kan niet in één keer gebeuren. Wij vragen GS om te komen met een stappenplan. Benoem bijvoorbeeld per jaar een doelstelling per Regio en voor de gehele provincie.
Graag uw reactie.
-Regio’s – divers Gelderland / Gelderse Streken
Uitermate belangrijk is wat u beschrijft in het benutten van de specifieke kernkwaliteiten van de Regio’s. En terecht stelt u dat samenwerking over provinciegrenzen heen met andere provincies en buurland Duitsland van essentieel belang is.
Zo zijn voor de Achterhoek de kansen van UT Twente van groot belang. Voor de Stadsregio Arnhem- Nijmegen de ontwikkelingen rondom de Radboud Universiteit en NXP. Voor de Regio Food Valley de kennisas en samenwerking met WUR en World Food enter, voor de Betuwe Greenport Gelderland en voor de regio Noord Veluwe kansen op het gebied van zorg en toerisme.
Als het om de regio Noord Veluwe gaat is de SGP van mening dat aangehaakt kan worden bij het Polymeer Science Park in Zwolle. Benut dit initiatief met bijvoorbeeld kennis van hoogwaardige productietechnologie (AWL) in Harderwijk.
Maar verbindt deze regionale hotspots ook met elkaar . Zodat door sterke regio’s een sterke provincie ontstaat.
Wij willen nu concreet stil staan bij een aantal zaken waar we nog vragen over hebben.
Vitaal platteland / vitale dorpen
De vitaliteit van het platteland op peil houden stelt de samenleving voor grote vraagstukken. Wij willen kort inzoomen op twee zaken:
1. Breedband
2. Openbaar vervoer
Breedband: De digitale breedband ontsluiting van het platteland is een must. Steeds meer cloudsoftware is beschikbaar. Scholen en bedrijven hebben daardoor snellere internet verbindingen nodig.
De provincie wil via een PPS risicodragend participeren om breedband van de grond te krijgen. In de omgevingsvisie noemt u expliciet de Achterhoek als wit gebied en wilt u met de activiteiten in de Achterhoek starten, dusdanig dat de witte gebieden eind 2015 voorzien zijn van breedband. Op zich prima. Echter, u rept niet over wanneer u in andere witte gebieden wilt starten.
Wij hebben daarom de volgende vragen:
1. Is het college met ons van mening dat naast de Achterhoek ook de andere witte gebieden voorzien moeten worden van breedband?
2. Bent u met ons van mening dat dit ook snel moet gebeuren? Kunt u ons een planning overleggen wanneer andere gebieden aan de beurt zijn?
Openbaar vervoer: De bereikbaarheid van het platteland met het openbaar vervoer zal een grote opgave worden. Gedeputeerde Bieze stelde onlangs: ‘De tijd is voorbij dat midden in elk dorp altijd een bushalte moet zijn’. Wij vinden dit zorgwekkend. Aangezien we hierover nog komen te spreken laten we dit onderwerp nu rusten.
Luchthavens
Helikopterlandingsplaaten: enkele jaren geleden hebben we in deze commissie gesproken over helikopterlandingsplaatsen. In de omgevingsvisie vinden wij hiervan niets terug. Vraag: welk beleid gaat hiervoor nu gelden?
Vliegveld Teuge: het college stelt: de provincie gaat in overleg met partners de mogelijkheden en condities voor de uitbreiding van vliegveld Teuge in beeld brengen. Dit naar aanleiding van uitbreiding van het vliegverkeer van Schiphol naar Lelystad, waardoor verschuivingen optreden van behoeften naar mogelijk ook Teuge.
Uitbreiding heeft consequenties voor het gebied om en nabij Teuge. De SGP zal daarom de proces kritisch volgen en vraagt GS om PS hierover tijdig te informeren.
Wonen
Dit onderwerp zal nog vaak onze aandacht vragen. Zeker ook als we bezien welke verschuivingen er op treden. Te denken valt aan bijvoorbeeld ontwikkelingen in de zorg, mogelijkheden voor mantelzorgers, woonzorgcombinaties etc. Maar ook als het gaat om arbeidsmigranten. U noemt dit laatste alleen als het gaat om de regio Noord-Veluwe. Ons inziens kunnen ook andere regio’s met dit probleem te maken krijgen. Graag uw visie hierop.
Het college wil met Regionale Woonagenda’s gaan werken. Prima. Wat de SGP betreft dienen aantallen niet als startpunt gehanteerd te worden, maar dient de opgave centraal te staan. De provinciale rol dient wat de SGP betreft meer faciliterend dan sturend te zijn. Hoe kijkt het college hier tegen aan?
Windenergie
Het wordt een opgave om 230,5 Megawatt aan windenergie op te wekken. In de Windvisie, waar we nog over komen te spreken, gaan we dit verder uitwerken.
Toch hebben wij enkele vragen en dat betreft het initiatief bij Angerlo, windmolenpark Bijvanck.
- Is windenergie door GS vergund aan windmolenpark Bijvanck?
- Als dat niet zo is, en de locatie is in onderzoek, klopt het dan dat daar geen rechten aan ontleend kunnen worden als wij de omgevingsvisie vaststellen?
Groene Ontwikkelingszone (GO)
De GO bestaat uit terreinen met een andere bestemming dan bos of natuur die ruimtelijk vervlochten zijn met het Gelders Natuurnetwerk (GNN). In de GO is een sterke verweving sprake van landbouw, landschap, natuur, water en recreatie. In de GO is ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en voor een beperkte uitbreiding van bestaande bedrijven.
De omgevingsvisie hanteert voor deze zone twee regimes: grootschalige uitbreiding (> 30%) met substantiële versterking van de kernkwaliteiten en een kleinschalige uitbreiding (< 30%) per saldo versterken van de kernkwaliteiten. De opname van percelen met agrarische bestemmingen in de Groene Ontwikkelingszone heeft geen gevolgen voor de bestaande bedrijfsvoering. De Groene Ontwikkelingszone heeft een dubbel doelstelling:
-ruimte voor economische ontwikkeling,
-in combinatie met versterking van de kernkwaliteiten van natuur en landschap;
Hierover hebben wij de volgende vragen:
1. Waarom moeten bij grootschalige uitbreiding de kernkwaliteiten substantieel versterkt worden, ook als de kernkwaliteiten niet worden aangetast? JE gaat toch compenseren als er sprake is van aantasting van de kernwaarden? Dezelfde vraag kunnen we stellen bij een kleinschalige uitbreiding!
2. Van het LTO hebben wij begrepen dat het advies van de manifestpartners aan de provincie met betrekking tot het planologische regime van de omgevingsvisie niet heeft overgenomen. Wat is daar de reden van?
Verder vragen wij aandacht voor een ander punt:
De zoneaanduiding van de GO is gebaseerd op kadastrale grenzen. Dat lijkt logisch, maar is het niet. Sommige kadastrale percelen zijn groot, waardoor ongewild grote stukken grond, veraf gelegen van de ecologische verbinding gelegen grond, de GO-kwalificatie krijgt. Deze manier van tekenen geeft schaduwwerking, daar zijn financiers niet gek op.
Vraag: Bent u bereid dit aan te passen, door bijvoorbeeld gewoon over percelen heen te tekenen?
Aaltense Goor
Wij constateren dat er bij het gebied ten oosten van de Boterdijk wel sprake is van een uitbreiding. Ook het gebied ten westen van de Boterdijk en grenzend aan de Romienendijk toegevoegd. Dit is in strijd met de uitgangspunten.
Bovendien is het in strijd met het gebiedsproces dat nu loopt in het Aaltense Goor. Dit proces is voorzichtig maar met een positieve invalshoek gestart. Handhaving van dit gebied als groene ontwikkelzone zal het draagvlak ernstig aantasten.
Inspreker
Aaltense Goor: Er loopt een gebiedsproces. Er zijn afspraken dat de provincie zich aan de uitkomst commiteert. Doorkruis dat dan niet door nu alvast nieuwe gebiedsaanduidingen voor natuur op kaart te zetten. Betrek de omwonenden actief, haal de gebiedsaanduiding van de kaart tot er een uitkomst is.
Antwoord provincie
Er is ambtelijk en bestuurlijk contact geweest. De afspraak is gemaakt dat de provincie zich verbindt aan de uitkomsten van het gebiedsproces. Van beide zijden is vertrouwen in het gebiedsproces uitgesproken. De begrenzing hoeft daarom niet te worden aangepast.
Vraag: de problematiek van Aaltense Goor is u bekend. Er zijn diverse insprekers geweest die vragen om het GO-regime er af te halen. Er loopt een gebiedsproces, de provincie committeert zich aan de uitkomsten. Toch legt de provincie nu eenzijdig een Groene Ontwikkeling zone regime op. Waarom doet GS dit? Zo win je toch geen vertrouwen. SGP pleit ervoor: haal dit regime er af, kom tot een bepaalde uitkomst en beslis dan wat te doen.
Landbouw
Uw stelt dat ‘De verkaveling in Gelderland relatief slecht is (3.4.1). Voor een goede bedrijfsvoering is een veel betere verkaveling zeer belangrijk. U geeft niet aan hoe u dit gaat doen?
Vraag: welke instrumenten gaat u inzetten om een betere verkaveling (snel) mogelijk te maken? En heeft de Stichting STEVIG hier ook ook een blijvende plaats in?
Niet-grondgebonden veehouderij
Aan bedrijven die willen groeien worden extra kwaliteitseisen gesteld. Hierbij gaat het om vier aspecten: milieu, dierwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit. Op minimaal drie van de vier aspecten dient de ondernemer een plus in te vullen.
Op zich begrijpen wij deze aanvullende eisen, zeker als het gaat om een significante uitbreiding. Echter voor een kleine uitbreiding zijn dit een te zware eisen. Wij willen deze aanvullende eisen graag laten gelden boven een uitbreiding van 30%. Wat vindt het college hiervan?
Als de vier extra kwaliteitseisen gesteld worden, dan vinden wij ook dat deze onderzocht moeten worden op haalbaarheid en betaalbaarheid. Ofwel, voer een economische toets in, zodat inzichtelijk wordt of de extra kwaliteitseisen wel uitgevoerd kunnen worden. Graag een reactie van het college hierop.
Wat voegt de reconstructiezonnering nog toe? Waarom is er nog een verschil tussen LOG’s, extensiveringsgebieden en verwevingsgebieden?
Voorzitter, de SGP-fractie pleit voor een Landbouw Effecten Rapportage (LER). Deze kan gehanteerd worden bij planologische beslissingen, bijvoorbeeld bij functiewijziging. Graag uw reactie hier op.
Biovergisting/mestverwerkers
De mestproblematiek noopt u om een enkele opmerking daarover te maken in par 3.2.3.2. De vraag is of die enkele opmerking voldoende is om de problematiek te lijf te gaan. De SGP stelt voor om een expertmeeting te organiseren om te bezien wat op dit gebied toekomst proof is, welke regels er gesteld moeten worden of juist niet (afstand), welke vrijheden gemeenten krijgen (locatiekeuze) , hoeveel mestverwerkingscapaciteit er nodig is etc? Graag uw reactie hierop!
Biezenburg
In de omgevingsvisie stelt GS: ‘De locatie Biezenburg op het snijpunt van de Waal en het Amsterdam-Rijnkanaal is een belangrijke toekomstige logistieke locatie voor een tweede containerterminal in Rivierenland’. Daartoe wil GS de locatie Biezenburg opnemen als ‘zoekgebied tweede containerterminal’.
Gisteren (13-5) hebben wij een Statenbrief ontvangen. Hier stelt GS:
Na bekendmaking van het formele standpunt van Rijkswaterstaat zullen wij, in goed overleg met onze regionale partners, de voor- en nadelen van de drie locaties tegen elkaar afwegen, alvorens tot een definitieve locatiereservering over te gaan.
De SGP-fractie heeft hierover de volgende vraag:
1. Betekent dit dat GS de locatie Biezenburg als ‘zoekgebied tweede containerterminal ‘ laat vallen?
Voor de SGP is het helder: wij willen de Biezenburg als zoekgebied voor een tweede containerterminal schrappen uit de omgevingsvisie.
Romeinse Limes
Als het om de Romeinse Limes gaat, stelt GS het volgende:
‘De ambitie van de provincie is om de Romeinse Limes te beschermen tegen ongewenste ingrepen en verder te ontwikkelen en beleefbaar te maken. Er loopt een aanvraag bij Unesco om de Romeinse Limes aangewezen te krijgen als werelderfgoed.’
Even later schrijft GS:
‘De provincie gaat samen met partners een onderzoek doen, 'Landbouw in de Limes', waarin mogelijkheden en onmogelijkheden van landbouw in de Limes worden verkend’.
In anderen woorden stelt u:
We gaan een zwaar regime op het gebied leggen: geen ongewenste ingrepen én een Unesco-klassering. Daarna praten we met partners om te bezien wat dan nog de mogelijkheden zijn.
Wij hebben daarover de volgende vragen:
1. Waarom loopt er een aanvraag bij Unesco? En wat betekent dit uiteindelijk voor het gebied?
2. Waarom hanteert u de volgorde: eerst een zwaar regime op het gebied leggen en dan met de partners een onderzoek doen?
In een reactie op een zienswijze stelt GS dat de Limeszone is overgenomen uit het Barro. Ook stelt u dat u in overleg bent met gemeenten om de begrenzing van de Limes nader te verfijnen, aan de hand van verwachtingskaarten.
Wij hebben daarover de volgende vraag:
Waarom heeft u de Limeszone overgenomen uit Barro, aangezien u toch een verfijndere begrenzing samen met gemeenten gaat bepalen? Wat is het nut dan nog van het toepassen van de Barro?
Voorzitter, wat de SGP betreft wordt de zeer ruwe afbakening van de Limes er uitgehaald, gaat u eerst overleggen met gemeenten en komt u dan met een voorstel.
Dank u wel.
Arnold Versteeg