28 maart 2022

Kernenergie is nodig in Gelderland!

In het kader van de Regionale Energie Strategieën (RES-sen) wordt door de verschillende regio’s nagedacht over de energievoorziening in de toekomst, met het oog op zowel warmte als elektriciteit. Momenteel ligt daarbij het zwaartepunt op de opwekking van duurzame energie d.m.v. zon en wind, tot 2030. Het is de bedoeling dat rond 2030 49% (of, zoals in Gelderland, 55%) van de elektriciteit duurzaam wordt opgewekt. Dat wordt een uitdaging; niet alleen om die zonne- en windparken te realiseren en ruimtelijk in te passen, maar ook om ze aangesloten te krijgen op het elektriciteitsnet. Omdat zon en wind niet continu hetzelfde vermogen leveren, is een flinke overdimensionering nodig om een stabiele elektriciteitsvoorziening te behouden. Dat is in de aanloop naar 2030 al een uitdaging; in de periode daarna, als we toe willen naar 90% duurzame opwekking, wordt dat vrijwel onmogelijk met alleen zon en wind als energiebronnen. Er is dus, naast zon en wind, een stabiele factor nodig in de opwekking van elektriciteit. Maar wel één die ook regelbaar is; soms leveren zon en/of wind wel veel energie. Momenteel zijn dat de gas- en kolencentrales. Echter, als we van de fossiele energie af willen, hebben we iets anders nodig, dat wel duurzaam is (geen fossiele brandstoffen gebruikt, en geen CO2-uitstoot), maar wel een stabiele basislast genereert. In de ogen van de SGP zou dat heel goed kernenergie kunnen zijn.

Tijdens een beeldvormende sessie op 12 januari jl. hebben PS hun vragen gesteld aan Jan Leen Kloosterman (TU Delft), Mario van der Borst (zelfstandig adviseur, voorheen RWE) en Luc van den Durpel (directeur Nucleair-21). Uit die beeldvormende sessie kwam voor ons als SGP duidelijk naar voren dat:

  • De nieuwe generatie kerncentrales technisch steeds beter wordt, maar tegelijkertijd ook intrinsiek steeds veiliger (de risico’s voor omwonenden zijn vergelijkbaar met, of kleiner dan die van windmolens en zonnepanelen).
  • De nieuwe kerncentrales worden opgebouwd uit kleinere modules, waardoor deze goed regelbaar zijn.
  • Er concepten worden ontwikkeld die de (beperkte hoeveelheden) kernafval van andere centrales weer kunnen gebruiken als brandstof.
  • De kleine hoeveelheden afval die overblijven, op een veilige manier kunnen worden opgeborgen.

Het bovenstaande is voor de SGP in Gelderland voldoende reden om positief mee te willen denken met de Rijksoverheid. In het regeerakkoord van Rutte IV is namelijk afgesproken om de benodigde stappen te zetten voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales (en om de kerncentrale in Borssele langer in bedrijf te houden). De SGP zou ervoor open staan om te inventariseren of er in Gelderland een locatie geschikt is om één van beide nieuwe kerncentrales te realiseren.

Evert Mulder