19 maart 2018

Ruimte voor goed wonen

Inbreng SGP in debat over woningbouwprogrammering:

Ruimte voor goed wonen


Evert Mulder:

Op het gebied van wonen moet volgens de SGP de provincie niet primair leidend en sturend bezig zijn, maar zich in de geest van de omgevingsvisie opstellen als partner van gemeenten en regio’s, en vooral een coördinerende en faciliterende rol spelen.


We moeten niet meer sturen op kwantiteit = aantallen, maar op kwaliteit. Er moet gebouwd worden waar behoefte aan is. En omdat woningbouw een langjarig proces is, moeten we aan de ene kant vooruit kijken, maar aan de andere kant ook flexibel blijven, zodat we kunnen inspelen op veranderingen in de woningbouwmarkt.


Het door de Provinciale Raad voor het Omgevingsbeleid uitgebrachte advies is wat de SGP betreft een waardevol advies. In grote lijnen staan wij daar achter.


Leg verantwoordelijkheid voor woningbouw primair bij gemeentes. Regionale afstemming en samenwerking is belangrijk, maar kan verschillen per regio, afhankelijk van de situatie. Het is wat ons betreft prima dat de provincie een rol pakt op regionale schaal. De SGP vindt het van belang dat de regionale plannen op dezelfde manier tot stand komen en op eenzelfde periode betrekking hebben (bijvoorbeeld 10 jaar), maar de mate van detail, en of het leidt tot kwantitatieve afspraken, willen we aan de regio’s zelf overlaten. We zijn het met GS eens dat deze plannen gebaseerd moeten zijn op een analyse van de woningmarkt, en op een visie op de toekomst van de regio, en dat monitoring nodig is. De plannen moeten in evenwicht zijn met een onderbouwde behoefte. Met name bij de woningmarktanalyse en bij het opzetten van een monitoringssysteem zou de provincie een faciliterende rol kunnen spelen, om er voor te zorgen dat dit in alle regio’s op dezelfde manier gebeurt.


Dat de SGP kwaliteit belangrijk vindt, impliceert dat wat ons betreft de regionale plannen op z’n minst ook iets moeten zeggen over hoe om te gaan met de bestaande woningvoorraad en de verduurzaming daarvan. Ook een visie op herontwikkeling en transformatie, en op inbreiding versus uitbreiding mag niet ontbreken. Voor de SGP zou inbreiding vóór uitbreiding moeten gaan, maar daar staat tegenover dat er wel ruimte moet blijven voor groen en wateropvang. Wat ons betreft, is er voor de korte termijn speciale aandacht nodig voor:

 

  • Senioren en starters / jongeren (als doelgroepen)
  • Realisatie van middeldure huurwoningen, voor jongeren die teveel verdienen om in aanmerking te komen voor sociale huur, en te weinig om een fatsoenlijke hypotheek te kunnen krijgen. En dan met name in het segment tussen 700 en 800 euro /maand.
  • Splitsing van bestaande woningen, vanwege het kleinere aantal bewoners per huis, en ivm huisvesting van statushouders.


Wat ons betreft zouden de regionale plannen op z’n minst 10 jaar vooruit moeten kijken, maar zouden ze tenminste iedere 2 jaar moeten worden bijgesteld / geactualiseerd; bij voorkeur ieder jaar, mede op basis van de monitoring.


Rol provincie / PS / kaderstelling

Hierboven is al aangegeven wat, wat SGP betreft, de rol van de provincie moet zijn. Niet te sterk sturend, en niet teveel beperkingen opleggend en /of zorgen voor vertraging.
Wij vinden het wel belangrijk om als PS betrokken te zijn bij het opstellen van de kaders, en dat wij die als PS vaststellen. We begrijpen dat de kaders worden uitgewerkt in de Omgevingsverordening. Wij zouden het op prijs stellen om, als de grote lijnen t.a.v. wonen zijn uitgewerkt, daar nog een keer over te praten in de Commissie.


20 februari 2018