9 maart 2021
SGP Gelderland stelt vragen over Aerius
Minister Schouten heeft aangegeven dat het Aerius programma (programma voor het berekenen van stikstof deposities) op een aantal punten verbetering behoeft. Dit wordt in de nieuwe versie van Aerius meegenomen. De SGP vraagt zich af wat dit betekent voor de provincie Gelderland. Daarom heeft Statenlid Evert Mulder een aantal vragen ingediend bij Gedeputeerde Staten.
Lees hier de vragen:
Schriftelijke vragen (art. 39 Reglement van Orde)
aan de voorzitter van Provinciale Staten van Gelderland
Datum: 9 maart 2021
Van: Evert Mulder
Onderwerp: Effecten van correcties kaarten AERIUS voor Gelderland
Inleiding
Op 19 februari 2021 heeft Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit antwoord gegeven op nadere vragen van de leden van de Eerste Kamer over het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering. Uit deze antwoorden komt een minder positief beeld naar voren over de betrouwbaarheid van de leefgebiedkaarten die door het AERIUS programma worden gebruikt om stikstof deposities te berekenen. Verder blijken percelen onterecht als stikstofgevoelig te zijn ingetekend. De Minister zegt wijzigingen toe, maar pas in de nieuwe versie van AERIUS.
Al met al leiden deze antwoorden van de Minister bij de Gelderse SGP-fractie tot de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten, met name ten aanzien van de rol van de provincie en de effecten voor Gelderland.
Al met al leiden deze antwoorden van de Minister bij de Gelderse SGP-fractie tot de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten, met name ten aanzien van de rol van de provincie en de effecten voor Gelderland.
Vragen
Over de gebruikte leefgebiedkaarten geeft de Minister het volgende aan: ‘Voor de leefgebiedkaarten is wel de aanvankelijke methodiek gezamenlijk afgesproken en toegepast, maar de resultaten zijn niet onafhankelijk getoetst; de methodiek is na de eerste generatie kaarten gedifferentieerder geworden tijdens het corrigeren (daardoor zijn in de ene provincie veel meer kaartvlakken overgebleven die ten onterechte als stikstofgevoelig zijn aangemerkt dan in de andere provincie).’
- 1. Kan GS aangeven of dit ook in Gelderland heeft geleid tot het ten onrechte aanwijzen van kaartvlakken als stikstofgevoelig? Zo ja, om hoeveel hectares gaat het dan? En in welke N-2000 gebieden?
Verder geeft de Minister aan: Bij de leefgebiedkaarten is voor een deel nog gebruik gemaakt van kaartbestanden die niet optimaal zijn voor het vaststellen van leefgebieden. Deze kaarten worden verbeterd.
- 2. Geldt dit ook voor de leefgebiedkaarten in Gelderland? En zo ja, op welke termijn worden deze kaarten verbeterd?
Op een vraag over onterechte aanwijzing van graslanden als stikstofgevoelig antwoordt de Minister: Ter uitvoering van de motie-Geurts/Harbers (Kamerstuk 35 600, nr. 31) wordt uitgezocht waar sprake is van door agrariërs bemeste graslanden, zodat inzichtelijk wordt waar ten onrechte is verondersteld dat stikstofgevoelig leefgebied voorkomt. Noodzakelijke correcties worden zoveel mogelijk verwerkt in de nieuwe versie van AERIUS.
- 3. Ook hier weer de vraag of dit ook in Gelderland speelt?
- 4. Daarbij de vraag wanneer de nieuwe versie van AERIUS beschikbaar komt, en de fouten gecorrigeerd zullen zijn? Hoe wordt hier in de tussenliggende tijd mee omgegaan, met het oog op vergunningaanvragen?
- 5. Hoe betrouwbaar zijn de berekeningen van de afgelopen jaren, op grond waarvan vergunningen al dan niet zijn verleend?
In een aantal vragen en antwoorden gaat het over zoekgebieden (waarbij een zoekgebied een locatie is waar het onduidelijk is of een bepaald habitattype of leefgebied daadwerkelijk aanwezig is of niet).
- 6. Welk deel van het stikstofgevoelige areaal in Gelderland is zoekgebied? En welke N-2000 gebieden betreft het?
- 7. Binnen welke termijn worden de onderzoeken afgerond die hierover duidelijkheid moeten verschaffen?
- 8. Is de uitvoering van deze onderzoeken een verantwoordelijkheid van de provincies? Hoe worden in Gelderland Provinciale Staten hierbij betrokken / hierover geïnformeerd?
Tenslotte geeft de Minister aan dat de provincies gebiedsplannen moeten opstellen waarin per Natura-2000 gebied wordt aangegeven hoe wordt bijgedragen aan de landelijke doestelling.
- 9. Wat zijn de tijdslijnen voor het opstellen van deze gebiedsplannen? En hoe worden Provinciale Staten hierbij betrokken?