22 december 2022
Vijftien minuten
Duren vijftien minuten lang? Dat is misschien een vreemde vraag. Dat hangt er immers maar vanaf. Een kwartier in een ijzige bushalte voelt heel anders dan een kwartier in een warm zwembad op vakantie. Het kwartier waar ik op doel is de geldende norm voor de aanrijtijd van een ambulance bij een spoedrit. Deze norm is door de minister bepaald. Ik heb van verschillende ervaringsdeskundigen -patiënt of omstander- begrepen dat een kwartier dán heel lang kan duren.
In verschillende Gelderse gemeenten zijn de aanrijtijden van ambulances een probleem. De normtijd wordt onder andere in de gemeenten Ede, Zaltbommel en Nunspeet keer op keer niet gehaald. Twee weken geleden spraken we in de commissie Algemeen Bestuur in Nunspeet met de organisatie die het ambulancevervoer in een groot deel van Gelderland uitvoert: het Witte Kruis. Voor het eerst sinds 2018 waren zij bereid de actuele aanrijtijden te publiceren. Wat blijkt? In Elspeet is de situatie sinds de vorige publicatie onveranderd: één op de drie ambulances meldt zich nog altijd niet binnen vijftien minuten.
Vanuit de SGP is hier op allerlei niveaus aandacht voor gevraagd. In 2019 heeft onze provinciale SGP-fractie schriftelijke vragen gesteld. En tijdens de provinciale campagne is een petitie gestart. Gevolg was toen dat Kees van der Staaij het in een commissiedebat aan de orde bracht. In het vervolg daarop werd een motie van de SGP aangenomen die de minister opdroeg met betreffende Gelderse gemeenten in gesprek te gaan. Dat gesprek -met ambtenaren van het ministerie- is er geweest. Helaas zonder resultaat.
Afgelopen zomer stelden Chris Stoffer en Kees van der Staaij nog schriftelijke vragen over de situatie in Elspeet. Maar het lijkt soms alsof niemand écht verbetering kan afdwingen. Alsof géén democratisch kruid gewassen is tegen de macht van de verzekeraars; eigenaar van de ambulancevervoerders.
Verschillende van deze organisaties staan overigens onder verscherpt toezicht omdat zij niet voldoen aan de norm. Met het gevolg dat zij verplicht maatregelen moeten nemen. Zo ook het Witte Kruis. Helaas gebeurt dat maar mondjesmaat, vrijwel altijd zonder werkelijke impact op de aanrijtijden. Het lijkt een doekje voor het bloeden.
Over dit onderwerp bekruipt mij weleens het gevoel: waar doe ik het eigenlijk voor? Al jarenlang proberen we verbetering af te dwingen, zonder zichtbaar resultaat. Een vader uit Elspeet zei tegen mij: ‘Als mijn kind in Elspeet op straat ligt na een ongeval is de kans één op drie dat er na een kwartier nog altijd géén ambulance aanwezig is.’ Meer motivatie om hier tóch aan te blijven trekken heb ik niet nodig. We blijven ons als SGP -misschien tegen beter weten in- inzetten voor verbetering. Want 1-1-2, daar red je levens mee!
Harm Jan Polinder