Milieu en klimaat

Gods schepping is het waard om zuinig op te zijn. Als rentmeesters dienen we hier zorgvuldig mee om te gaan. Hier ligt – letterlijk en figuurlijk - een schone opgave voor ons allemaal. De Bijbelse opdracht van ‘bouwen en bewaren’ is ook hier aan de orde. De zorg voor het goed omgaan met schaarse grondstoffen, energie, zuiver water, een gezonde lucht en een schone en vruchtbare bodem is allereerst een verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven. Dat neemt niet weg dat óók de overheid een taak heeft bij het voorkomen van verontreiniging en uitputting. Dat kan bijvoorbeeld door goed gedrag te stimuleren en zelf het goede voorbeeld te geven. En door uit te gaan van het alleszins redelijke en eerlijke principe: de vervuiler betaalt.

Het is duidelijk dat er klimaatveranderingen optreden, zowel hier als elders op de wereld. Temperatuursveranderingen, meer of juist minder regen, hevige regenval in korte tijd. Op andere plaatsen juist verdroging. Aan de ene kant moeten we onze invloed op het klimaat niet overschatten. Ook in het verleden zijn er klimaatveranderingen geweest. Voor alles willen we ook hier benadrukken dat de Heere boven alles staat.

Aan de andere kant hebben we als mens wel de verantwoordelijkheid om negatieve effecten van ons handelen op milieu en klimaat te beperken of zo mogelijk te voorkomen. Het is duidelijk dat i n de afgelopen 50 jaar het CO2-gehalte in de atmosfeer is toegenomen, wat heeft geleid tot het broeikaseffect. De CO2-uitstoot door auto’s, CV-ketels en fabrieken heeft invloed op het klimaat. Over de mate waarin en de gevolgen op de lange(re) termijn valt te discussiëren. Alleen al uit voorzorg is het wijs om de mogelijke consequenties serieus te nemen. En het is zeker niet alleen CO2 dat invloed heeft op het klimaat, ook bijvoorbeeld methaan (aardgas) en andere chemische stoffen, zoals freonen.

De SGP vindt het belangrijk dat we deze klimaatveranderingen proberen tegen te gaan. Dit kunnen we doen door het terugdringen van de uitstoot van de hiervoor genoemde broeikasgassen. De fractie heeft daarom vóór het Gelders Klimaatinitiatief gestemd, waarin wordt uitgesproken dat Gelderland voorop wil lopen in het terugdringen van de CO2-uitstoot. Gelderland streeft naar 55%

reductie in 2030 (t.o.v. de situatie in 1990), terwijl de landelijke doelstelling op 49% ligt. Tevens werkt de provincie aan 100% energieneutraliteit voor de eigen huisvesting en bedrijfsvoering in 2030.

Daarnaast moeten we ook nu al rekening houden met de effecten van klimaatverandering, zoals hevige regenbuien. Regenwater moet bovengronds worden opgevangen en niet via de riolering worden afgevoerd. Verder is het van belang hittestress tegen te gaan (o.a. door meer groen in de bebouwde omgeving).

De SGP zet zich in voor:

  • de aanleg van bufferzones om de milieuruimte rond bedrijventerreinen te vergroten;
  • compensatie van milieuschade. Als bij de realisatie van een nieuwe ontwikkeling de schade aan het milieu niet gecompenseerd kan worden, gaat een initiatief niet door;
  • de zoveel mogelijke beperking van fijnstofemissies. De SGP pleit voor de ontwikkeling van innovatieve systemen hiervoor.
  • Deze ontwikkelingen moeten dan uiteraard niet worden gefrustreerd door andere regelgeving;
  • goede bereikbaarheid van de omgevingsdiensten voor bedrijven met vragen over de uitleg van milieuregels. Dat bevordert de naleving ervan en geeft ook een goede basis voor adequate handhaving;
  • deskundigheid van de provincie. Het is prima dat toezichtstaken van de provincie worden uitgevoerd door de omgevingsdiensten. Echter, het blijft belangrijk dat de provincie zelf deskundigheid in huis houdt en aanspreekbaar blijft op de door de omgevingsdiensten genomen beslissingen.

 



Terug naar overzicht

Lid worden

Dankzij zo'n 30.000 SGP-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, een vuist maken in de politiek. Wil jij hier ook aan bijdragen?

Doneren

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt, of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.