12 oktober 2021
Debat over Scherpenzeel
Op 12 oktober was er een ingelaste Statenvergadering vanwege de situatie in Scherpenzeel. Tijdens deze vergadering legde Klaas Ruitenberg de vinger bij de zere plek: We moeten ten alle tijden onthouden dat we werken met personen, en daar moeten we terdege rekening mee houden.
Voorzitter,
Dit dossier, wat nu onder handen is, ik kan wel zeggen dat ik dit het moeilijkste dossier vind wat ik ooit op mijn pad gevonden heb. Dat heeft ook te maken met personen. De PvdD begon ermee te zeggen dat hij (meneer van de Veer) jarenlang naast Eppie, of een aantal jaren naast Eppie gezeten had. Ik kan jullie verklappen dat ik Eppie al meer dan veertig jaar ken! Dat het mijn naaste collega geweest is, dat ik van hem het Statenwerk geleerd heb. En dat hij daar gezeten heeft als plaatsvervangend commissaris van de Koning. En ik vind het eigenlijk een diep persoonlijk drama dat hij nu geen waarnemend burgemeester meer is. En dan vind ik eigenlijk, en dat is iets wat wij met elkaar maken als overheden. En dan heb ik het over alle gremia die over dit proces gegaan zijn. Hebben wij gezorgd voor die persoonlijke drama's. Ik haal die van Eppie eruit, maar er zijn er meer. Want je zult maar vanavond hier zitten en er zullen maar over jou hele lelijke dingen gezegd worden. Bijvoorbeeld dat je niet integer bent. Of: Dat je kwade bedoelingen gehad hebt. Als wij als politici zo met elkaar omgaan, en het niet meer hebben over de inhoud, dan creeër je dus persoonlijke drama's! Want het is een drama voor iedereen wiens blazoen besmet is door dit proces. Laten we het, en dat is een oproep vanuit onze fractie, over de inhoud hebben. Want ik snap, ook al hebben wij in juli anders geoordeeld, dat de SGP in Scherpenzeel, die mensen ken ik ook, dat die ervoor zijn dat Scherpenzeel zelfstandig blijft. Vanuit hun optiek is het zo dat ze daarvoor kiezen. Maar ik snap ook dat GS, ziende op onze verantwoordelijkheid voor bestuurskracht, dat die toch gezegd heeft: 'Het is verstandiger om toe te gaan naar een samenvoeging met Barneveld.' En wij hebben dat ook gesteund. En ik snap ook dat een minister, in haar omstandigheden (en ik weet niet of dat de oorzaak is, en daar doe ik ook geen uitspraak over) dat zij ervoor kiest om dit af te blazen. Maar nu is er dus, vandaag, een nieuwe werkelijkheid. We weten allemaal dat de minister met een eindoordeel is gekomen. Dat is een nieuwe werkelijkheid. En ik denk dat wij, in de eerste plaats aan de inwoners van Scherpenzeel, maar het ook aan onze eigen stand verplicht zijn om nu naar de toekomst kijkend er een goed verhaal van te maken. Met elkaar! En dan zullen er allerlei persoonlijke zaken uitgesproken moeten worden. Dat is goed om dat met elkaar te doen. Maar voor de toekomst is het belangrijk dat we dit met elkaar gaan doen!
Dankuwel, voorzitter!
Klaas Ruitenberg